Spelregels in het kort

Shogi wordt gespeeld op een bord van 9 bij 9. Beide spelers zetten om beurten een stuk.

Het doel van het spel is het mat zetten van de koning van de tegenstander. Een koning staat mat als hij schaak staat en het schaak niet meer kan opheffen.

Mogelijke zetten

1. De verplaatsing van een stuk op het bord naar een leeg veld.
2. De verplaatsing van een stuk op het bord naar een veld waar een vijandelijk stuk op staat. Dit vijandelijke stuk wordt dan van het bord verwijderd (‘geslagen’) en naast het bord geplaatst.
3. Het inzetten van een eerder geslagen stuk op een leeg veld, maar dan als eigen stuk. Aan dit ‘droppen’ zijn drie beperkingen. Het stuk moet na de drop in principe de mogelijkheid hebben een zet te doen (geen paarddrop op de laatste twee rijen, geen lans- of piondrop op de laatste rij; er mogen geen twee pionnen van dezelfde partij op een enkele verticaal staan; met een piondrop mag niet mat gezet worden.

Het is vooral de regel voor het droppen van stukken die shogi zo anders maakt dan andere vormen van het schaakspel.

De stukken zijn vijfhoekig met een ‘punt’. Er is geen kleurverschil tussen de stukken van beide spelers. De richting van de punt geeft aan bij welke speler het stuk hoort. Op het stuk staat in Japanse karakters geschreven welk stuk het is. Dit lijkt wat lastig. Er wordt wel eens gespeeld met stukken waar een pictogram de waarde van het stuk en de zetmogelijkheden aangeeft, maar in de praktijk valt het leren van de Japanse stukken erg mee en het is plezieriger spelen.

Bijna elk stuk kan promoveren. Er wordt dan over het algemeen een aantal eigenschappen toegevoegd aan de bewegingsmogelijkheden van het stuk. Promotie mag plaatsvinden wanneer het eindveld of het beginveld (of beide) van een zet met dat stuk zich in de promotiezone bevindt. De promotiezones zijn de drie horizontale rijen die zich aan de kant van de tegenstander bevinden. Promotie is niet verplicht, behalve bij een paard op de laatste twee rijen en een lans en een pion op de laatste rij. Op de achterkant van het stuk staat het karakter voor de gepromoveerde versie van het stuk.

Geslagen stukken worden altijd gedropt in ongepromoveerde staat. Pas bij een volgende zet met dat stuk mag het promoveren, als het aan bovengenoemde voorwaarden voldoet.
Er zijn wel een aantal regels voor remise, maar, omdat remise in de praktijk niet veel voor komt, laten we die hier weg.

Zie voor de zetmogelijkheden en de beginopstelling figuren 1 en 2.

Slaan

Een stuk slaat een vijandelijk stuk door op het veld van dat stuk te gaan staan. Elk stuk slaat zoals het zet. Pionnen slaan dus niet schuin!
Het geslagen stuk is nu eigendom van degene, die het geslagen heeft en wordt goed zichtbaar voor de tegenstander rechts naast het bord gelegd, gezien vanuit de speler die het stuk geslagen heeft. Het stuk hoort nu tot zijn reserve en kan door hem naar wens weer worden ingezet als zijn stuk.

Figuur 1 Shogi
Figuur 1 tabel met stukken. Klik om te vergroten.
Figuur 2 Shogi
Figuur 2 beginstelling. Klik om te vergroten.